Multifocale implantlenzen zijn kunstlenzen die na een cataract- of lensvervangende operatie in het oog worden geplaatst. Ze zorgen voor meerdere focuspunten, waardoor u niet alleen ver kunt kijken, maar ook op tussenafstand en dichtbij. De manier waarop deze lenzen werken, is heel anders dan bij een multifocale bril.
Diffractieve lenzen
Diffractieve lenzen creëren tegelijk verschillende focuspunten voor veraf, tussenafstand en nabij. Dit gebeurt via een optisch principe dat diffractie heet. Daarbij verandert licht van richting wanneer het langs kleine structuren op de lens gaat.
Door het speciale ontwerp van de lens worden verschillende beelden tegelijkertijd op het netvlies geprojecteerd. Uw hersenen kiezen vervolgens automatisch het juiste beeld, afhankelijk van waar u naartoe kijkt.
Bij deze lenzen wordt het invallende licht verdeeld over de verschillende focuspunten:

-
ongeveer 50% voor vertezicht
-
ongeveer 20% voor tussenzicht
-
ongeveer 30% voor lezen
Omdat het licht verdeeld wordt, zijn de beelden soms iets minder contrastrijk. Veel mensen merken dat ze bij het lezen meer licht nodig hebben. Door het veelvuldige gebruik van goed verlichte schermen (tablet, computer, smartphone) valt dit in de praktijk meestal mee. Indien nodig kan extra licht (bijvoorbeeld een leeslamp) of tijdelijk een leesbrilletje helpen.
De ringvormige structuren op deze lenzen kunnen wel bijwerkingen geven, zoals het zien van halo’s, ringetjes of stervormige lichtfiguren rond lampen. Vooral in de eerste weken na de operatie kunnen deze duidelijk aanwezig zijn. De meeste mensen wennen hier geleidelijk aan — dit proces heet neuroadaptatie.
In het algemeen levert men een klein beetje in op de allerkleinste details van het zicht, in ruil voor het grote voordeel van scherp zicht op meerdere afstanden. Dit is vergelijkbaar met het dragen van een multifocale bril: ook daar horen bepaalde optische bijwerkingen bij.
Mensen met een zeer perfectionistische kijk op hun zicht of mensen die extreem hoge visuele eisen hebben door hun beroep (zoals piloten, beroepschauffeurs, grafisch ontwerpers of fotografen) zijn soms minder geschikte kandidaten voor diffractieve multifocale lenzen.
EDOF-lenzen
EDOF betekent Enhanced Depth of Focus. Deze lenzen zitten tussen monofocale en trifocale lenzen in. Ze geven goed zicht voor ver en tussenzicht. Voor lezen van kleine letters blijft een leesbril wél nodig.
Het grote voordeel van EDOF-lenzen is dat ze minder optische bijwerkingen geven dan lenzen die zicht op alle drie de afstanden (ver, tussen, nabij) bieden.
Er bestaan 3 types EDOF-lenzen:
-
Diffractieve EDOF-lenzen
Deze gebruiken minder ringen dan trifocale lenzen, waardoor halo’s minder uitgesproken zijn. -
Refractieve EDOF-lenzen (bv. Comfort-lens)
Deze werken meer zoals een bril met dubbel zicht: verschillende sterktes zitten in verschillende zones van één lens. Ze gebruiken geen ringen, waardoor typische halo’s vrijwel ontbreken. Heel zelden kan iemand een lichte dubbeling van het beeld waarnemen. -
Beam shaping EDOF-lenzen (vb. Alcon Vivity)
Deze werken via de nieuwere optische principes en geven verlengde focusdiepte zonder al te veel optische nevenwerkingen. Ze maken meestal gebruik van 1 of 2 ringvormige structuren op de optiek van de lens waardoor ook halo's kunnen voorkomen. In praktijk blijken deze meestal beperkt en geven deze weinig klachten. De focusdiepte wordt bij deze lenzen op een meer vloeiende manier gegeven dan bij refractieve of diffractieve EDOF lenzen
In onze huidige maatschappij, waar we veel werken met schermen, dashboard en GPS, blijkt goed tussenzicht vaak belangrijker dan men denkt. EDOF-lenzen sluiten hier goed op aan.
Monovisie
Bij monovisie wordt na de operatie het ene oog ingesteld voor vertezicht en het andere oog voor tussenzicht of nabij. Dit kan met monofocale of EDOF-lenzen.
Monovisie is een compromis: u levert een beetje scherpte voor ver in, maar krijgt er functioneel zicht van dichtbij voor terug. Dit noemt men occasioneel leeszicht:
-
beter zicht voor computer en smartphone
-
grotere tekst lezen bij voldoende licht
Voor het lezen van boeken en kleine lettertypes blijft meestal een leesbril nodig.